Beck – Modern Guilt

In het vliegtuig onderweg naar New York begin 2009 ontdekte ik deze plaat uit 2008. Bij transatlantische vluchten heb je een persoonlijke boordcomputer waarin naast de vluchtgegevens ook nieuwe films en cd’s ter consumptie worden aangeboden. Tussen het niet zo spannende aanbod sprong deze plaat er gelijk al tussenuit. Niet enkel omdat ik Beck van naam al wel kende, maar ook omdat de digitale evenknie van de platenhoes mij aansprak.

Inmiddels is Modern Guilt van Beck uitgegroeid tot het selecte gezelschap van mijn favoriete albums. Korte liedjes, niet te ingewikkeld, maar nooit vervelend. En vooral: allemaal goed!  Echt een groeiplaat wil ik het niet noemen, omdat de nummer vrij snel aanslaan. Toch kan het zijn dat je hem een aantal keer moet beluisteren voordat je echt de waardering op kan brengen die het verdient. De melodielijnen zijn pakkend en worden gecombineerd met niet-alledaagse drumpartijen waardoor het geheel interessant en eigen(tijds) klinkt. Zoals gezegd;  Modern Guilt is van het eerste tot het laatste nummer een topplaat en hoort gewoon thuis in je muziekcollectie.

The Feelies – Crazy Rythms

Het debuutalbum Crazy Rythms van The Feelies uit het jaar 1980 is een klassieker, alleen kende ik het nog niet. En velen met mij ben ik bang. Niet zo vreemd aangezien de eerste twee albums in 2009 pas opnieuw zijn uitgebracht. Voor die tijd was er bijna niet aan te komen.

Bij het beluisteren van het eerste nummer stuiterde ik al van mijn stoel dankzij de uptempo, monotone drums vergezeld door catchy gitaar-riffs. Leadzanger Glenn Mercer zingt over een luie buurjongen die zijn moeder niet helpt met het uitladen van de boodschappen en het op orde houden van de tuin. De buurjongen heeft grotere plannen, betere plannen. De buurjongen is hijzelf. En dit zet gelijk de toon voor de rest van het album. The Feelies gaan het anders doen, beter doen.

En daar zijn ze wat mij betreft ruimschoots in geslaagd. The Feelies hebben met dit album een unieke en magische balans gevonden tussen muzikaliteit, originaliteit en energie. Een balans die ondanks het jaar van herkomst nog steeds past in de huidige tijd. Niet zo’n gek idee om de eerste twee albums opnieuw uit te brengen dus.

The White Stripes – Under Great White Northern Lights (DVD)

Op 7 februari van dit jaar nam mijn vader mij mee naar de Vera in Groningen, waar in kader van het International Film Festival Rotterdam de muziekdocumentaire Under Great White Northern Lights werd vertoond. Een productie van Emmett Malloy uit 2009. Met het schaamrood op mijn kaken moet ik bekennen dat ik de muziek van The White Stripes vóór het zien van deze film eigenlijk niet goed kende. Slechts de singles “Seven Nation Army” en “My Doorbell” waren voor mij bekend. Eerstgenoemde werkte bij het luisteren nogal op mijn zenuwen. De tweede is een catchy en geniaal geschreven nummer, maar naar de tekst luisterend vermoede ik toch dat The Stripes misschien iets te zoetsappig voor mij zouden zijn. Ik had beter moeten weten. Als ik het na het beluisteren van “Satisfaction” en “Paint It Black” van The Rolling Stones ook voor gezien had gehouden, zou ik mijn all-time favourite band nooit ontdekt hebben. In beide gevallen heb ik blijkbaar mijn vader nodig gehad om tot inzicht te komen. The Stones zijn dan misschien de grootste Rock & Roll-band allertijden. The Stripes zijn de grootste van dit moment.

In de documentaire wordt al snel duidelijk dat je eigenlijk nauwelijk van een band kan spreken. Ze zijn slechts een duo bestaande uit Jack en Meg White en eerstgenoemde is het grote brein achter het geheel. De muziek en het imago van de band wordt tot in den treure geregiseerd door Jack en de film lijkt hierop geen uitzondering. Deze is evenals de platenhoezen en podiumverschijning van het duo geheel in rode, zwarte en witte tinten. Gedurende de film krijg je bijna medelijden met Meg, die in veel opzichten slechts over komt als een drummende marionet. Met een beetje geluk is zij in de gehele film één minuut aan het woord en daarvan is ook nog eens de helft ondertiteld, omdat ze zo verschrikkelijk zacht praat. In de loop van de film wordt echter zichtbaar dat het tweetal een ongrijpbare maar speciale band heeft. Een band die in de laatste scene prachig in beeld wordt gebracht door de maker. Jack speelt het nummer “White Moon” op een grote vleugel in een verlaten hotel-lobby. Naast hem zit een zichtbaar ontroerde Meg. Voor het eerst in de film krijg je het gevoel dat Jack de regie niet meer in handen heeft. Onhandig troost hij Meg. Dit is echt. The White Stripes zijn echt.

Voor zowel kenners als leken op het gebied van The White Stripes is deze film een absolute aanrader. Voor de laatste en in mijn ogen mooiste scene moet je de documentaire in zijn geheel bekijken en om die reden hieronder een ander fragment; de geweldige vertolking van het nummer “Jolene” van Dolly Parton.

Deerhunter – Halcyon Digest

In het oog gesprongen (door de geweldige foto hoes) op een andere blog, kwam ik bij deze nieuwe plaat van Deerhunter terecht.Halcyon Digest is een 101 karaats beauty met ambient garagerock, indiepop en zelfs een vleugje lounge-pop. De openingstrack Earthquake is gelijk een flowing ambient plaat met heel veel gevoel. Op de single Revival zetten ze in een dikke 2 minuten een future vintage track neer met sixties, zoemende electronics & mandoline lijnen.

Via Memoryboy’s klokgeluiden surfen we naar een topper op deze langspeler Desire Lines. Alles klopt en met name het grunge-achtige einde is fenomenaal. Persoonlijke favoriet > Helicopter. Genoeg gezegd, hoogste tijd om zelf te gaan luisteren……Ik denk dat Deerhunter met Halcyon Digest een plaat hebben gemaakt die nog lang in ons geheugen zal blijven staan.

Please Enjoy!
Helicopter – Deerhunter by musicmanners

Ed Kowalczyk – Alive

Onlangs deed Ed Kowalczyk ter promotie van zijn nieuwe album Alive Nederland aan. En aangezien ik een fan ben van het tweede uur ben (Throwing Copper) en de mogelijkheid kreeg om gratis van het concert te genieten, was ik daar bij. Het concert omvatte een mengelmoes van oude Live-nummers en nieuwe Ed-nummers, maar die laatste pik je er zelfs als je het album nog niet gehoord hebt feilloos uit. En helaas niet ten gunste. De ingezette lijn vanaf Dolphin’s Cry waarbij de muziek veel meer richting pop ging neigen heeft hij doorgezet waardoor het nu pop-nummers zijn met een sausje van rock.

Maar op zich is met popmuziek natuurlijk niet per se iets mis. Waar het echter vooral aan ontbeert is gevoel. Geen enkel nieuw nummer weet te raken en alle nummers lijken vooral met een boodschap geschreven dan vanuit een gevoel. Ook die lijn lijkt Ed vanaf Dolphin’s Cry ingezet te hebben. Absolute dieptepunt was wel een afgrijselijke lofzang voor de stad Rome, waarbij ik na het concert nog ben gaan kijken of hij het werkelijk aangedurfd had om dat op het album te zetten. En ja, dat had hij gedurfd…

Godzijdank vervolgde hij direct met Lightning Crashes wat natuurlijk een hoop goed kan maken en er passeerden nog een aantal Live klassiekers de revue die wel resulteerden in kippenvel. Het wordt tijd dat Ed weer eens wat van zich af gaat schrijven en niet teveel vervalt in blije boodschap-nummers die meer thuishoren bij een EO Jongerendag.